Ding dong. De bel. Ik doe open en Kees staat op de stoep. Heb je brood voor mij? Jawel, ff kijken. Wil je een bak koffie? Graag. Mooi, dan zet ik even. Zullen we buiten zitten? Nou, ik ben genoeg buiten, hoor. Dat kan ik me dan weer voorstellen. We praten een tijdje en na een bakje en met een tas vol boodschappen gaat hij weer verder, op zoek naar een slaapplek. Ja, ons Vlissingen kent zo zijn problemen. Ik kan ze niet zomaar oplossen, ik kan wel medemens zijn. Ik heb me een tijdje terug voorgenomen weer iets meer buiten mijn wat-durf-ik-zone te kijken, Gewoon proberen. Dat resulteerde in een gesprek met een prullenbak blikjes-loper, intens taalverschil, maar gelukt. Na een half uur wist ik wat meer en werd ik als geduldig iemand bestempeld, best leuk. Nu ik met Kees een bakje koffie deed, denk ik daar weer aan. Het zal vast wennen.
10 jaar terug deed ik voor de eerste keer mijn voordeur open voor de wijk. Om samen eenvoudig koffie te drinken, iets lekkers, klaar. Ik ben niet meer gestopt en het is me nog steeds tot groot genoegen. Wat er in die tien jaar al aan verbinding is ontstaan is enorm. En wat een netwerk, net werk. Ik ben er blij mee.
Op de volgende 10 jaar. Met vriendelijkheid en gezelligheid ingaan op wat mensen nodig hebben. Met veel koffie natuurlijk. Want als je me kent, dan weet je het. Geven en delen. Mijn koffie verbindt. Een vriendelijke groet van uit dat leuke koffiehuis. Son